Welcome to my studio! Zelfgebouwd, huisgemaakt, niet fancy, strak, modern of duur. Gewoon onder de trap in mijn kelder, soms met een spinnetje hier en daar. En toch neem ik hier audio op die kwaliteitsvol genoeg is voor op radio of tv. Hoe ik dat heb aangepakt? Dat lees je hieronder!
Meteen al een rechtzetting: niet ik, maar mijn man heeft voor dit studiootje gezorgd. Toen ik een paar jaar geleden zat te twijfelen over wat ik moest doen met mijn voice-overdroom, vatte hij de koe gewoon bij de horens en begon een studiootje te bouwen. Hij ging ervan uit dat ik na zijn noeste werk niet meer terug durfde te krabbelen, en gelijk had hij.
De eerste vraag was: waar komt de studio? Welke ruimte van het huis is daar het meest geschikt voor? Dat was alvast een breinbreker, want we wonen aan een drukke straat, waar het verkeer niet zelden onze huisraad doet trillen. Na wat online zoekwerk ontdekte ik dat heel wat concullega’s een studiootje hebben onder een trap. Daardoor kwam de ruimte onder onze keldertrap dus in the picture, waar ik weinig hinder zou hebben van daverend verkeer. De eerste horde was genomen.
Toen dat plekje helemaal opgeruimd was, bleek de akoestiek er – volgens verwachting – nog niet bijster geweldig. De volgende uitdaging … We maakten de ruimte dicht met een triplex plaat aan de achterkant en een dik dekbedlaken aan de zijkant als ‘deur’, die ik makkelijk kan open- en dichtflappen. Aan de binnenkant boorden we isolatieschuim vast tegen de muren. We plaatsten een houten rek voor mijn technische benodigdheden: laptop, extra scherm en interface. Hier en daar vulde ik aan met restjes isolatie. En ik zou het haast vergeten: de microfoon stond er natuurlijk ook, centraal in de ruimte.
De eerste reacties op de kwaliteit van mijn opnames waren positief. Tijdens mijn eerste jaar was er echter één klant die opmerkte dat het beter kon, en dat liet ik me geen tweede keer zeggen. Ik legde een ‘grasmat’ op de grond en besloot nog iets kwistiger om te springen met isolerende stoffen. In een nog latere fase boorden we een plankje tegen de wand, om een flesje water of notities kwijt te kunnen. Voor lange inleessessies voegde ik een krukje toe. En vorig jaar investeerde ik in een microfoon van hogere kwaliteit. De opmerking dat mijn geluid niet goed genoeg was, kreeg ik gelukkig maar één keer!
Is mijn studiootje dan echt volledig geluidsdicht? Nee. Als de buurman gaat snoeien, wacht ik nog even met inspreken. Maar normaal gezien sta ik vooral ’s avonds en in het weekend in mijn studio, en heb ik op dat moment geen last van klussende buren.
Conclusie: ook al wil het oog ook wel wat, mijn studiootje doet wat het moet doen! Als ik groot ben, wil ik misschien ooit nog wel zo’n fancy booth. Maar ondertussen neem ik liever nog geen afscheid van mijn zelfgetimmerde ‘hok’, en zeker niet van mijn gezellige spinnetjes.